Het Aurora Borealis, ofwel het noorderlicht. Hoe kan je die het beste fotograferen? Wat zijn de beste instellingen en wat heb je nodig? Deze vragen krijgen wij met regelmaat in de winkel.
We helpen de klant dan graag op weg. Maar als het geleerde toch weer een beetje wegzakt is deze blog handig om nog eens door te lezen.
Ben je nog helemaal niet bekend met het handmatig instellen van de camera? Binnen korte tijd komt er een blog online waarin we gaan kijken wat ISO, diafragma en sluitertijd zijn, en wat ze met elkaar te maken hebben. Hou de blog daarom goed in de gaten.
Wat heb je nodig om het beste het noorderlicht te fotograferen?
Een camera
Dit spreekt natuurlijk voor zich en klinkt misschien een beetje overbodig. Maar het is goed om te weten dat er niet een bijzondere super camera nodig is om het noorderlicht te fotograferen.
Eigenlijk zijn de meeste camera’s wel geschikt, maar hoe meer er aan een camera in te stellen is, hoe beter. Een spiegelreflex of systeemcamera met verwisselbare lenzen is dus geen noodzaak maar zullen in vergelijking met kleinere camera’s wel beter presteren. Heeft u wel een spiegelreflex of systeemcamera, dan is het, het mooist daar een groothoeklens op te zetten. Het is leuk om echt alleen het noorderlicht te fotograferen, maar een mooie compositie waarbij er ook nog iets op de voorgrond te zien is, is een stuk interessanter.
Het kan door het verschil van licht en donker lastig zijn om hetgeen op de voorgrond is goed belicht te krijgen maar dat vergt wat creativiteit en technische kennis.
Een statief
Omdat het noorderlicht alleen met lange sluitertijden te fotograferen is, is het wel nodig om een goed statief te hebben. Een statief gebruik je misschien niet heel vaak bij je fotografie, maar ook bij andere soorten fotografie dan het noorderlicht fotograferen kan het handig zijn om een statief te hebben. Investeer daarom in een goed statief, een die goed stevig staat en van goede kwaliteit materialen is gemaakt. In principe kan je een goed statief voor het leven gebruiken. Deze koop je één keer en dat scheelt je zowel geld als zorgen.
Een afstandsbediening
Om bewegingsonscherpe foto’s te voorkomen is het goed om een afstandsbediening aan te schaffen of te downloaden. Er zijn zowel afstandsbedieningen te koop die draadloos te verbinden zijn met de camera, en uiteraard ook bedrade afstandsbedieningen. Wat ook erg fijn en super handig is zijn de camera’s met wifi waarbij een telefoon app als afstandsbediening te gebruiken is.
Welke instellingen moet ik gebruiken
Zoals ik in de inleiding al heb gezegd, zijn er geen standaard noorderlicht instellingen. Maar hoe kan je je camera dan het beste instellen? Er zijn 3 instellingen die met elkaar te maken hebben en die bepalen hoe jouw foto er uit komt te zien. Dit zijn de ISO, sluitertijd en het diafragma.
Je ISO zet je zo laag als mogelijk, je diafragma tussen 4 en 9 en je sluitertijd tussen de 15 en 25 seconden. Maar het moeilijke is om tussen al die instellingen de juiste te vinden. Je sluitertijd mag niet langer zijn dan 25 seconden, want als die langer word zie je de sterren bewegen en worden de sterren geen puntjes maar streepjes. En dat is alleen leuk als dat ook het beoogde effect is.
De ISO moet zo laag mogelijk omdat we anders last krijgen van ruis, maar we willen de foto uiteraard zo scherp als mogelijk hebben. Het diafragma moet zeker niet lager dan 4, en eigenlijk is 4 al aan de lage kant. Om de foto van links tot rechts en van boven tot onder scherp te krijgen is een F getal van 9 beter. Probeer handmatig scherp te stellen. Kijk op het schermpje achter op je camera en draai de scherpstelring tot oneindig, niet verder, maar tot en met de omgevallen 8. Dit zorgt er voor dat de foto scherper word dan wanneer we de camera op autofocus zetten.
Veel fotoplezier!